Lang leve de participatiejournalistiek!

In mijn korte freelance carrière als journalist al een paar keer naar mijn hoofd gekregen dat ik té betrokken ben. Daarmee zou ik niet de juiste afstand kunnen bewaren tot het onderwerp, waar ik over zou schrijven. Nu kun je je afvragen: Wat is té betrokken? Is het niet juist die betrokkenheid, vanwaar de betere artikelen en journalistieke producten tot stand komen?

Nog meer vraagtekens: Is betrokkenheid slecht? Welke journalist is er nu niet betrokken? Dat je betrokken bent, betekent toch niet automatisch dat je niet alle kanten van het verhaal kunt laten zien? Of vergis ik mij daarin en moet ik me er maar bij neerleggen dat ik nooit een goede journalist zal worden, omdat ik niet vanaf de zijlijn kan toekijken. Ik kan het niet: stil zitten, terwijl ik onrecht aanschouw. Ik moet opstaan en er wat mee doen.

Een voorbeeld: de Mars voor het leven. Ik liep mee om verslag te doen, als freelancer deed ik dat voor het Nederlands Dagblad. Tegelijkertijd deed ik live verslag in een live blog voor Cvandaag. Nu liep ik ook mee omdat ik het noodzakelijk vind. Noodzakelijk om op te komen voor de kwetsbaren, het ongeboren leven dat zelf nog geen stem heeft. Uiteraard loop je op een andere manier mee als journalist, want je let op andere dingen. Je wilt andersdenkenden spreken, en geluiden horen uit niet-christelijke kring. Ik deed mee, én schreef erover…….

Participatiejournalistiek?

Volgens mij is dat deze dagen een modewoord. Ik zag het voor het eerst voorbij komen bij een workshop. Die journalist uitte precies, zoals ik het voel: was ik bij wijze van spreken op Lesbos geweest, had ik ook meegeholpen. Dan kun je toch niet anders dan je handen uit de mouwen steken. Er zijn er ook echter, die er alleen maar zijn als doorgeefluik. Is dat per definitie slecht? Nee! Tenzij je willens en wetens iemand voor je neus laat verzuipen, terwijl je diegene had kunnen redden. Als je dan in plaats daarvan alleen plaatjes staat te schieten, ben je niet alleen verkeerd, maar zelfs strafbaar bezig.

Er zit ook een negatieve kant aan participatiejournalistiek. Wat te denken van journalisten die het nieuws zelf ‘maken’? We kennen de voorbeelden: Journalisten die Palestijnse jongeren zo ongeveer bewust stenen in handen geven om die te gooien naar Israëliërs. Hierdoor ontstaat een vertekend beeld. Bovendien ben je dan als journalist medeplichtig aan instandhouding van het conflict. De leugen regeert, wanneer je dingen in scène zet voor het ‘mooie’ plaatje, zodat het in je straatje past…

Vooringenomenheid

Toegegeven. Wanneer je een bepaald standpunt inneemt, laat je vooringenomenheid zien. Geen journalist die graag toegeeft dat hij vooringenomen is, maar iedereen is het. Boegbeeld van vooringenomenheid is Jeroen Pauw. Hij zal het alleen nooit toegeven, omdat hij pretendeert de objectiviteit zelve te zijn. Zijn manier van bevragen en benadering van bepaalde tafelgasten is echter veelzeggend.

Is vooringenomenheid dan slecht? Niet per se. Je hebt een bepaald referentiekader waarin je opereert. Daar ontstaan je drijfveren. De meeste journalisten worden volgens mij journalist omdat ze – net als ik – een groot gevoel voor rechtvaardigheid hebben. Ze willen misstanden aan de kaak stellen. Als je dat wilt, heb je een vooringenomenheid, omdat hetgeen jij omschrijft als misstanden voor anderen misschien helemaal geen misstanden zijn. Toch is dat vaak juist wat ‘ons’ journalistenvolk drijft. Je wilt ‘de waarheid’ (over die misstanden) aan het licht brengen. Daarom ben je toch journalist geworden?

Participatiejournalistiek dus. Voor iedereen? Ja. Waarom niet.

Het loopt pas uit de klauwen, wanneer je willens en wetens alleen de partijen aan het woord laat die jouw standpunt innemen. We zagen het met de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Alle reguliere media waren zo overduidelijk pro-Clinton. Zelfs na de verkiezingen, toen bleek dat alle journalisten het bij het verkeerde eind hadden… Er werd wat mee gejankt met de linkse wolven in het bos. Clinton had moeten winnen, en waren de verkiezingen niet eigenlijk frauduleus?  Jaja.

Feiten checken

Even een flashback. We schrijven 1999 en ik leerde braaf de 5xW+1xH regel voor de intro’s en de regels voor de beste heading. De journalistieke regels voor wat wel en niet nieuws is. We hadden het over objectiviteit en hoe je die nastreeft, feiten checken, hoor- en wederhoor. Waardevolle lessen, waarvan ik de meeste nog toepas in de praktijk.

Als ik terugdenk, kan ik me niet herinneren dat we het gehad hebben over participatiejournalistiek. Is dat iets van nu? Of was dat toen ook al? Mij staat me vooral bij dat we objectiviteit nastreefden. Aan de zijlijnen staan, vanwaar we als ooggetuigen verslag doen van een situatie. Niet betrokken. Geleerde lessen, die hoe waardevol, in de praktijk toch lastiger blijken dan je van tevoren bedenkt.

Objectiviteit bestaat niet!

Laat mij nu eens een journalist zien die niet betrokken en vooringenomen is. Een journalist die altijd ‘objectief’ is. ‘Objectief’, want objectiviteit bestaat absoluut niet. Alleen computers kunnen wellicht objectiviteit betrachten, maar computers zijn mensenproducten, en worden gevoed met data door mensen die weer gedreven worden door emoties en vooroordelen.

De betrokkenheid met het onderwerp, waardoor je juist de onderste steen boven wilt hebben. Is dat niet iets wat alle journalisten moeten betrachten, maar dan wel zo dat een onderwerp van alle kanten belicht wordt. Alleen zo participeer je echt. Je mag opkomen voor hetgeen waarvan je gelooft dat juist is, maar als je daarbij de andere kant van een verhaal – en de mensen die daarbij horen – onder het tapijt schoffelt, ben je allesbehalve journalistiek bezig.

Een verhaal dat van meer kanten is belicht, komt ook zoveel sterker over!


Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s