“Wat een lieve moeder ben jij”, kreeg ik van een kindje te horen, die bij mijn dochter speelde. Ik had beide meiden meegenomen naar de speeltuin. Nu was dat al genoeg reden voor een dergelijk complimentje, maar het kwam nadat ik net beide meiden juist op strenge toon had toegesproken.
Het vriendinnetje van mijn dochter was namelijk halverwege de glijbaan blijven zitten, en durfde niet verder. Dat ze dan ten eerste al die glijbaan inging, dat was dan nog tot daaraan toe, maar ik zag mijzelf serieus niet in die buis naar boven kruipen. DAAAHAAAAG!
Chantage!
Dus, er zat maar een ding op: chantage. “Als jullie nu niet ONMIDDELIJK naar beneden komen, gaan we direct naar huis! En breng ik ….. ook gewoon terug naar haar moeder.”
Die glijbaan inkruipen? NO WAY! Met waarschijnlijk kinderen die mij met hun schoenen keihard in mijn gezicht zouden trappen. Per ongeluk. Dat dan weer wel. Kreeg het er al spaans benauwd van. Desnoods zou ik hier blijven wachten tot ik een ons woog, maar dat dus NOOIT. Ze zou toch vanzelf wel honger krijgen. Niet? 😉
Personal coach
Gelukkig kreeg dochterlief haar naar beneden, met voldoende motivatie van mij. Dat ze nog graag langer in de speeltuin wou spelen, was al reden genoeg om zich ter plekke te ontwikkelen tot een ware personal coach. “Je kunt het wel. Kom maar mee. Achter mij aan.”
Nadat het benauwende moment voorbij was, wouden ze notabene nog een keer. Dat ging dus niet gebeuren. “Jullie gaan niet meer van deze glijbaan af. Punt!” sprak ik op een toon die geen tegenspraak duldt. Hoe haalden ze het in hun hoofd?
Lief? NOPE!
Was ik lief op dat moment? Nope. In tegendeel. Toch kreeg ik zomaar een aaitje over mijn wang van het vriendinnetje, met de begeleidende woorden. “Wat een lieve moeder ben jij…” Strategisch gekozen? Of gewoon een vierjarige die dat echt vindt?
“Omdat je op dat moment consequent bent en duidelijk. Dat vinden kinderen fijn”, zo zei een mede-mama, toen ik mijn vertwijfeling daarover uitsprak. Zou dat het zijn? Duidelijkheid? Willen onze eigenwijze kleuters dus gewoon een strenge toon, en duidelijke kaders, waarbinnen ze zichzelf veilig kunnen bewegen?
Hekel aan mijzelf
Zelf vind ik mijzelf namelijk helemaal niet zo’n lieve moeder. Zeker niet op dergelijke momenten. Ik ben gek op onze twee spruiten, maar krijg een hekel aan met name mijzelf, wanneer ik mijn stem moet verheffen. Dat gebeurt tegenwoordig ook elke keer bij het naar bed brengen van spruit nummer 2.
Uiteindelijk moet ik hem na de tweede keer terug komen in de kamer gewoon heel streng toespreken. Anders blijft hij roepen om mama en vragen om kusjes. Daaahaaag! Dus word ik boos. Functioneel boos en ingehouden pissig tegelijkertijd. Afgelopen. NU! SLAPEN! Vervolgens voel ik me weer schuldig dat ik boos op hem was voor hij ging slapen. Ik hou het veel liever gezellig. Zo jammer vind ik dat dan…
Kusjes zijn??? Vraag ik hem dan nog een keer, met een toon, waarvan hij weet: Het is klaar!
“Op”, zegt hij. Hij weet het wel.
Kaan gaat???
“Slapen”, antwoordt Kaan voor de laatste keer.
Als ik dit niet met een beetje bozigheid doe, dan neemt hij me niet (meer) serieus, en maakt hij er een lange slopende vicieuze cirkel van. Willen we dat? NEE!
Het maakt wel dat ik er soms tegenop zie om hem naar bed te brengen, maar dat is dan maar zo. Het is een fase. Een fase. Een fase. Daar houdt deze streng, doch rechtvaardige moeder zich dan maar aan vast.
En ja, ik ben dan ook maar een mens. Soms schiet ik uit mijn slof. Soms ben ik het geduld en de wijsheid zelve. Zolang de kinderen weten dat ik van ze hou, en dat die liefde allesbehalve begrensd is met kaders, dan zit het wel goed.
Een reactie op “Zo’n lieve moeder ben ik niet!”